Basics – verdediging

Rating: 0 sterren
0 stemmen

Onder verdedigen verstaan we niet de pass bij de service, maar de pass in een rally. Het verdedigen van de bal is het maken van keuzes. Je kan je spelers niet vragen om alles te verdedigen. Onthoudt dat degene die alles wilt verdedigen, eigenlijk helemaal niks verdedigd. Anticiperen speelt de grootste rol bij het verdedigen van de bal. De reactietijd is zeer kort en tijdens de rally kunnen er veel verrassingsballen komen. Zowel in de vorm van een aanval (door een combinatie-aanval) als in de vorm van een prikbal (doortikbal).

Echter zijn er verschillende technieken die toegepast kunnen worden om de bal te kunnen passen. Standaard principe is dat de bal niet perfect op 2/3 hoeft te komen. Spreek met je team af wat een haalbaar gebied is voor de spelverdeler om een set-up te geven en train daarop. Verspil niet te veel tijd op het perfectionaliseren van de verdedigingspass. Dit komt met de tijd vanzelf (en dan hebben we het over jaren en niet maanden). De techniekvormen van de verdediging bestaat globaal uit 4 groepen:

  1. Verdedigingspass voor het lichaam
  2. Verdedigingspass boven het lichaam
  3. Verdedigingspass naast het lichaam
  4. Verdedigingspass buiten het lichaam

Verder is het belangrijk dat de speler naar de bal toe beweegt, de bal komt toch nooit naar de speler toe (tenzij de aanvaller van de tegenpartij niet zo goed is in tactische aanvallen uitvoeren). Vanuit het standpunt van controle over de bal is het spelen van 2 armen beter dan met 1 arm, maar prioriteit is om de bal gewoonweg boven de grond te houden.

Stapsgewijze uitvoering

  1. Uitgangshouding
    1. Afhankelijk van de positie van de speler, neemt hij/zij de plek in waarvan hij/zij verwacht wordt om te staan.
    2. De houding van de speler is met open armen, zodat er alle bewegingsvrijheid is.
    3. Er wordt spanning gebouwd in de benen door de voeten op de grond te duwen. De explosiviteit komt vrij bij de verplaatsing.
    4. Rug ten alle tijden recht en de schouders voor de knieën, zodat het evenwichtspunt (de navel) voor de steunvlakken is (de voeten). Dit heeft als gevolg dat de speler naar voren valt. Als hij/zij goed staat, dan valt hij/zij in de bal!
  2. Verplaatsing
    1. Op het moment dat er geslagen wordt zet de speler alles vast (freeze) nadat hij/zij de balbaan heeft herkend. Praktisch gezien wordt hier de keuze gemaakt in: wordt er een aanval gemaakt of wordt er geprikt.
    2. In geval van een aanval maakt de speler een splitstep: knieën naar binnen en hakken naar buiten, hierdoor valt de speler naar voren. Bij het maken van de splitstep zet de speler alles vast.
    3. In geval van een doortikbal is de techniekvorm afhankelijk van de richting van de bal. Als de bal voor het lichaam komt, is er een andere uitvoering vereist dan als de bal boven het lichaam komt.
    4. Optioneel is om de hoek van schouders voor het freeze-moment te richten naar de afgesproken passtarget. Echter is dit niet altijd mogelijk door tijdsgebrek en dan is het belangrijkste de bal van de grond af te houden.
  3. Balcontact
    1. Bij een aanval vindt het balcontact altijd voor het lichaam plaats, dit is ter voorkoming van een zogeheten ketser.
    2. De armen zijn ontspannen om de kracht uit de bal te halen. Door de armen naar de heupen te brengen kan er extra kracht uit de bal halen. Dit voorkomt dat de bal over het net gaat. Optioneel is om de armen onder de bal te brengen, dit veroorzaakt een backspin.
  4. Vervolgactie
    1. Afhankelijk van het spelsysteem en de positie van de speler, gaat hij/zij naar de volgende uitgangspositie.

Er zijn zoals gezegd verschillende techniekvormen. We behandelen ze niet allemaal, alleen de meest voorkomende: