Hetzelfde principe als bij de vlakke pass: de pass is gewoonweg te snel. Zelfs zo snel dat de spelverdeler de pass niet kan afremmen. De oorzaak hiervan is meestal dat de spelverdeler om een of andere reden te laat bij 2/3 is. Op zich is er geen nood. De spelverdeler kan een directe aanval van de tegenstander nog steeds voorkomen door met 1 hand een set-up te geven. Dit lukt alleen als de middenaanvaller zo snel mogelijk de spelverdeler achter navolgt. De bal moet namelijk uit de hand van de spelverdeler geslagen worden. Gevorderde spelverdelers kunnen met 1 hand een set-up geven naar buiten of naar achter, maar dat laten we buiten beschouwing.

Stapsgewijze uitvoering

1. Uitgangshouding
   1. De uitgangshouding is hetzelfde als bij een normale set-up.
2. Verplaatsing
   1. De ta-dam stappen veranderen. Met name de dam stap (de laatste stap). Als de bal hoog komt, dan moet de spelverdeler spanning bouwen in het rechterbeen. Door de explosiviteit die vrijkomt kan de spelverdeler meteen omhoog springen om de bal tegen te houden.
3. Balcontact
   1. Ook een verandering in het balcontact: Het enige wat er moet gebeuren is dat de speler zijn arm strekt (elleboog vastzetten) en de bal speelt met de vingers en lichtelijk met de pols. Het enige wat er dan gebeurt is dat de bal stopt, en op dat moment is de middenaanvaller aanwezig om de bal door te slaan.
4. Vervolgactie
   1. De vervolgactie is hetzelfde als bij de normale set-up.