Zodra de speler de topspin onder de controle heeft, kan hij/zij deze serve optimaliseren door de topspinserve te combineren met de sprongserve. Ook de floaterserve kan in combinatie gebruikt worden met de sprongserve. Er is een discussie over de sprongserve met of zonder aanloop aanleren. Mijn mening hierover dat ook de sprongserve na tijd gevoelsmatig uitgevoerd wordt. Als vanaf het begin de aanloop aan wordt geleerd, dan heb je als voordeel dat de aanloop in combinatie met de daadwerkelijke sprong een gewoonte wordt.

Voordat we doorgaan naar de stapsgewijze uitvoering, nog even een opmerking: aangezien de sprongserve verschillende variaties kent, koppel ik het niet aan 1 bepaalde serve. Het resultaat verschilt pas bij balcontact, maar dat is nog niet van sprake bij de techniek van de sprongserve. De techniek van de sprongserve heeft met name betrekking op de verplaatsing, waar bij de andere techniekvormen van de service nog geen sprake van was. Dat is waarom de stapsgewijze uitvoering enkel bestaat uit de verplaatsing, en enkele bijkomende factoren voor balcontact

Stapsgewijze uitvoering

1. Verplaatsing
   1. De afzet is hetzelfde als bij de 3-meter aanval: geen rempas en de speler springt het veld in.
   2. Er wordt geland op 2 voeten (belangrijk! Dit is blessurepreventie)
   3. Tijdens de sprong worden de armen ingezet, dat is om de sprong te optimaliseren.
   4. Hoogte van de opgooi bepaalt het ritme in de aanloop. Kijk als voorbeeld naar enkele wedstrijden van de eredivisie heren. Hier kan je erg goed zien dat de ene speler de bal hoog opgooit en daardoor langer wacht met de afzet dan de speler die de bal lager opgooit en de afzet sneller inzet.
2. Balcontact, bijkomende factoren
   1. Romprotatie is een must, door het aanspannen van de buikspieren kan er snelheid gemaakt worden voor de romprotatie. Dat resulteert in nog meer kracht.
   2. Raakpunt moet met een gestrekte arm, dat kan door de elleboog vast te zetten (Freeze)