Basics - Serve

Rating: 3.5 sterren
2 stemmen

De service is het begin van elke punt. De speler moet de bal naar de overkant serveren, vanuit een positie achter de achterlijn. Bij de C-jeugd is dit achter de 7-meterlijn, bij de B-jeugd en hoger moet dat vanuit de 9-meterlijn. Er zijn verschillende technieken variërend van een simpele onderhandse serve tot aan een gevorderde sprong floaterserve. Door de grote variatie in techniekvormen, is er ook een grote variatie in uitvoeringsfactoren. Echter is er wel een “algemene lijn” te vinden in de soorten techniekvormen.

Om te beginnen maar eerst even wat ik versta onder “het doel van het serveren”. Je wilt als serveerder de bal allereerst over het net krijgen, in het veld. Vervolgens is het optioneel om het zo moeilijk mogelijk te maken voor de tegenstander. Dat doe je door de aanvalsopbouw te verstoren. Dat kan op verschillende manieren:

  1. Service richten op looplijnen van (mid)aanvallers
  2. Service richten op zwakke passers (onderschat echter niet de kracht van de libero!)
  3. In de rug van de spelverdeler serveren.

Ten slotte wil je dat er zo min mogelijk tijd is om te anticiperen voor de tegenstander. Dit kun je realiseren door harder te serveren, maar elke techniekvorm kent een limit. Serveer te hard en de bal gaat uit.

Zonder al te veel in details te gaan, is het belangrijkste uitvoeringsfactor bij de service evenwicht. Dit kun je realiseren door je steunvlak (de voeten) goed te plaatsen:

  • Er staat altijd 1 voet voor de ander
  • De achterste voet staat iets ‘schuin’ ten opzichte van de achterlijn
  • De voorste voet wijst naar serveerrichting

Over het algemeen geldt de regel: Zet je voeten juist neer, en de rest volgt. Dat heeft ermee te maken dat serveren gevoelsgewijs gaat. Als een speler te lang nadenkt over de uitvoering van de service, dan zou je als coach er bijna van uit kunnen gaan dat de bal uit of in het net gaat tijdens een wedstrijd waar er veel druk staat op een goede serve. Terwijl elke speler eigenlijk gewoon goed moet serveren.