Techniekvormen

Het doel van de aanval is het scoren van punten. Bij een 5-1 systeem zijn er 5 aanvallers (tenzij er met een libero gespeeld wordt, dan zijn er 4 aanvallers) en bij een 4-2 zijn er 4 aanvaller. Als aanvaller moet je altijd beschikbaar zijn. De spelverdeler heeft namelijk keuzevrijheid om te kiezen naar wie hij/zij wilt spelen. De middenaanvaller volgt constant de spelverdeler. De passerloper en de diagonaal hebben meerdere opties en moeten de keuze tactisch maken. De 3-meter aanval wordt vaak gebruikt als een escape-aanval, als de bal te ver uit het net is gepasst. Deze aanvaller (vaak de passerloper, maar kan ook een midden zijn als er geen libero is) dient daarom ook altijd beschikbaar te zijn.

Lees meer...


Onder verdedigen verstaan we niet de pass bij de service, maar de pass in een rally. Het verdedigen van de bal is het maken van keuzes. Je kan je spelers niet vragen om alles te verdedigen. Onthoudt dat degene die alles wilt verdedigen, eigenlijk helemaal niks verdedigd. Anticiperen speelt de grootste rol bij het verdedigen van de bal. De reactietijd is zeer kort en tijdens de rally kunnen er veel verrassingsballen komen. Zowel in de vorm van een aanval (door een combinatie-aanval) als in de vorm van een prikbal (doortikbal).

Lees meer...


Set-up wordt gegeven door de spelverdeler. Dit is een cruciaal moment in een rally. De kwaliteit van de set-up, bepaalt voor 80% de kwaliteit van de aanval. Ook is de spelverdeler een belangrijk positie, omdat het de brug vormt tussen de pass en de aanval. Elke rally komt de spelverdeler aan de bal. Het is niet voor niks dat de spelverdeler standaard de 2de bal krijgt. Verantwoordelijkheid en inzicht spelen een grote rol bij de taak van de spelverdeler. Verantwoordelijkheid, omdat de spelverdeler de laatste persoon is die passief gedrag mag aannemen. Inzicht, omdat de spelverdeler keuzes moet maken in welke aanval hij/zij wil opbouwen. De hoofdtechniek van de spelverdeler is het bovenhands spelen van de bal. Dat is ook wat we in de basics zullen uitleggen. Vervolgens zijn er verschillende set-up’s die de spelverdeler kan geven. Daar gaan we het later over hebben.

Lees meer...


De service is het begin van elke punt. De speler moet de bal naar de overkant serveren, vanuit een positie achter de achterlijn. Bij de C-jeugd is dit achter de 7-meterlijn, bij de B-jeugd en hoger moet dat vanuit de 9-meterlijn. Er zijn verschillende technieken variërend van een simpele onderhandse serve tot aan een gevorderde sprong floaterserve. Door de grote variatie in techniekvormen, is er ook een grote variatie in uitvoeringsfactoren. Echter is er wel een “algemene lijn” te vinden in de soorten techniekvormen.

Lees meer...


Het doel van het passen is om de bal te brengen naar de spelverdeler. Mentaal gezien is het de moeilijkste taak. Echter is de techniek vrij makkelijk toe te passen. Zodra de speler goed genoeg anticipeert waar de bal komt, bepaald de plek in het veld de techniekvorm. Anticiperen op de bal wordt verder buiten beschouwing gelaten. Er zijn verschillende techniekvormen toe te passen. Het komt erop neer dat er 4 keuzes gemaakt kunnen worden:

  1. Rechterschouder laten vallen, zodat de bal naar rechts gaat
  2. Linkerschouder laten vallen, zodat de bal naar links gaat
  3. Armen onder de bal, waardoor er een hoge balbaan gecreëerd wordt
  4. Armen achter de bal, waardoor de pass vlak is

De speler dient 2 keuzes te maken: 1 of 2, 3 of 4.

Lees meer...


De blokkering wordt altijd samen met de verdediging georganiseerd. Ook is er een verschil in 2-blok en een 3-blok. Ga bij je eigen team na of je een 3-blok wilt realiseren. Je kunt een 3-blok alleen neerzetten als er een hoge set-up wordt gegeven bij de tegenpartij. Doordat er een extra gebied geblokkeerd wordt, kunnen de verdedigers allemaal een ander gebied nemen om te blokkeren. Onthoudt alleen dat je niet alles kunt verdedigen. Een team dat alles verdedigd, verdedigd helemaal niks. Ook kan de blok variëren per rotatie per spelsysteem. Daarom draait het allemaal om keuzes maken.

Lees meer...