Topspinserve heeft een hoge snelheid. Maar de balbaan veranderd niet horizontaal, enkel verticaal. Door de kracht uit de bal te halen kan de speler de pass controleren. De speler hoeft geen nieuwe kracht mee te geven aan de bal. De pass bij een topspinserve is een relatief makkelijke pass, belangrijk is dat de speler zich achter de bal bevindt. Pakt de speler de bal naast zich, dan kaatst de bal weg (ook wel ketser genoemd).

Stapsgewijze uitvoering

1. Uitgangshouding
   1. Uitgangshouding is hetzelfde als een normale pass.
2. Verplaatsing
   1. De verplaatsing vindt veelal hetzelfde plaats als een normale pass.
   2. Op het laatst loopt de speler “in de bal”. Dus verplaatsing naar het punt waar de bal komt, en voor balcontact een extra stap naar voren, maar de bal moet nog wel in het midden tussen elleboog en polsen geraakt worden. De speler doet dit door de bal lager te pakken.
3. Balcontact
   1. Het balcontact zelf blijft hetzelfde, alleen de houding veranderd. Dat komt omdat de speler kracht uit de bal moet halen. Dat gebeurt door de armen te ontspannen, en niet naar voren te bewegen, maar naar achter. Bij gevorderde spelers (waar de service ook harder aankomt) moet de evenwichtspunt (navel) achter de steunvlakken (voeten) geplaatst worden. Hierdoor valt de speler naar achter. Dan kan er meer kracht uit de bal gehaald worden.
   2. De schouders bevinden zich bij balcontact bij de oren.
4. Vervolgactie
   1. De vervolgactie is hetzelfde als bij een normale pass.