Floaterserve

Rating: 0 sterren
0 stemmen

De laatste (en moeilijkste) variatie op de service is de floaterserve. De floaterserve heeft zelf 3 variaties: de staande floaterserve (welke op deze pagina behandeld wordt), de sprongfloat (dit is in combinatie met de sprongserve) en de running jumpfloat (deze wordt buiten beschouwing gehouden). De floaterserve brengt de bal letterlijk tot stilstand in de lucht. Dit komt doordat er geen spin in de bal zit. Afhankelijk van de kracht van de speler, zal de bal “opeens” doodvallen in het veld van de tegenstander. Bij een hogere kracht, komt de bal verder in het veld. Bij minder kracht komt de bal eerder dood te vallen.

Stapsgewijze uitvoering

  1. Uitgangshouding
    1. De speler begint vanuit de achterlijn.
    2. De speler bepaalt waar hij/zij op gaat richten
    3. Vervolgens zet de speler zijn/haar voeten goed neer, onthoudt: voorste voet wijst richting de positie waar de speler op wilt richten. Kijk ook naar deze richting bij het serveren van de bal.
    4. Bal wordt opgegooid met de niet-slagarm.
  2. Verplaatsing
    1. Er vindt geen verplaatsing plaats bij de floaterserve.
  3. Balcontact
    1. De bal wordt zonder spin opgegooid voor de slagarm vanaf schouderhoogte
    2. De slagbeweging gaat door de bal heen, in het midden van de bal. Onthoudt de high-five balcontact (beschreven in de bovenhandse serve).
    3. De slagarm zwaait niet door, anders dan bij de topspinserve.
    4. Een evenwichtsfactor die ook meespeelt is het verdelen van het gewicht op de steunvlakken (de voeten). Het gewicht is ligt voor 70% op de achterste voet, voor het slaan. Tegelijk met de slagbeweging volgt het gewicht mee naar voren. Het “uitstappen met je voet” helpt hierbij, let alleen op voetfout. Het tempo dat hier wordt aangehouden gaat als volgt: slagarm achter de heup, gewicht achterste voet – slagarm voorbij de heup, gewicht voorste voet – slagarm bij de bal, uitstappen (achterste voet, wordt voorste voet)
    5. Verder is de elleboog iets gebogen en dus geen sprake van het vastzetten van de arm (geen freezehouding).
  4. Vervolgactie
    1. Afhankelijk van het spelsysteem, verplaatst de speler zich zo snel mogelijk naar de volgende positie. Bij 6-6 spelsysteem is dit positie 1.