De 1e tempo aanval wordt veelal uitgevoerd door de middenaanvaller. Echter kan ook de diagonaal of passerloper deze uitvoeren door middel van een combinatie-aanval. Dit wordt verder buiten beschouwing gelaten. Het is belangrijk dat de spelverdeler altijd een bal kort kan geven, als hij/zij merkt dat de blokkeerder van de tegenpartij verkeerd staat of te ver staat. De middenaanvaller dient de bal dan op hoog tempo aan te vallen.

Stapsgewijze uitvoering

1. Uitgangspositie
   1. De uitgangspositie is afhankelijk van het spelsysteem en de positie in het veld van de middenaanvaller.
2. Verplaatsing
   1. De aanloop wordt ingezet als de bal gepasst is, bij een hoog tempo in het spel zelf iets eerder.
   2. De afzet is afhankelijk van de positie van de spelverdeler. De afzet is in ieder geval altijd achter de afzetlijn.
3. Balcontact
   1. De speler raakt de bal bovenop. Met die kracht wordt de bal meteen naar de grond geslagen.
4. Verplaatsing
   1. De verplaatsing is verder hetzelfde als de normale aanval.